A copy of this work was available on the public web and has been preserved in the Wayback Machine. The capture dates from 2021; you can also visit the original URL.
The file type is application/pdf
.
Die Ballade von Schön Adelheid
1946
Doe mooy Adeltje op dat Bruydts-huys quam, De heeren boden haer eens te drincken, Sy lie' er also menigen traen AI in de goude Wijn-schael sinken. 18. De bruydt al tegen de bruydegom sprack: 'Koning Alewijn, sey sy, heere, Wat mag' er dat voor een bedroefde vrou zijn, Die daer so deerlijck gaet sitten weenen?' 19. 'Wat datter voor en bedroefde vrou is, 't bennen van ons Nigten en van ons Neven, Sy komen daer gereyst uyt een vreemt landt, Sy sullen groote giften aen u geven.' 20. 't bennen van
doi:10.5169/seals-114223
fatcat:azdikmn3qvglvpvndondflyizm