"Hansa" in Vlaanderen en aangrenzende gebieden
H. Van Werveke
1953
Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis
H a n s a » in V la a n d e re n e n a a n g re n z e n d e g e b ie d e n 1 . S t a n d v a n h e t o n d e r z o e k . Over het woord en het begrip h an sa, onder meer in Vlaanderen, en over de h an sa geheten groeperingen van kooplieden, m et name over de Vlaamse Hanze van Lon den, zijn reeds tal van studiën verschenen. T och is nog steeds geen volledige klaarheid bereikt, en het komt ons voor dat dienaangaande in de literatuur meningen worden verkondigd die met de gegevens van de bronnen in
more »
... strijd zijn. H et loont dan ook de moeite bepaalde aspecten van het probleem aan een nieuw onderzoek te onderwerpen. H et woord h an sa (N ed. hanze, D . Hanse, Fr. hanse) dankt thans zijn algemene bekendheid in de eerste plaats aan de groepering van kooplieden, later bond van steden, die in de laat-middeleeuwse commerciële geschiedenis van N oord-D uitsland zulk een schitterende rol speelde. Ook in andere W est-Europese landen hebben, hoofdzakelijk in de 12e en de 13e eeuw, hande laars zich in verenigingen van die naam aaneengesloten. In Vlaanderen wekte vooral de Vlaamse hanze van Lon den de aandacht van de geschiedvorsers. D ie belang stelling dankt zij niet alleen aan haar werkelijke betekenis, maar ook aan het feit dat, zo niet talrijke, dan toch belangrijke bronnen over haar bewaard bleven. D eze om vatten tw ee reeksen zogenaamde "statuten" , een Latijnse en een Franse. Brun-Lavainne ontdekte beide teksten, doch publiceerde alleen de Franse (1 8 2 9 )1. 1 B r u n -L a v a i n n e , in : A rc h iv e s h is to r iq u e s d u N o r d d e la F r a n c e e t d u M id i d e la B e lg iq u e , I , b lz . 182 -18 5. D o o r h e m , n a c o lla tio n e rin g , h e r u itg e g e v e n i n : R o is in (1 8 42 ), b lz . 151 -15 3. stemde met de besluiten van zijn voorganger in, en vulde ze nog belangrijk aan door nader op de voor waarden van het ontstaan der Hanze in te gaan. M et de uitvoerige studie van W. Stein, H an sa 12, viel op het probleem een nieuw en belangrijk licht, waarmede in latere geschriften niet steeds voldoende rekening is gehouden. D it onderzoek, waarbij bronnen uit gans Noord-W est-Europa zijn betrokken, was toegespitst op de vraag, welke van de twee hoofdbetekenissen van het woord, hanzerecht of hanzevereniging, de oudste is. Gaandeweg interpreteerde Stein tal van teksten, waaruit totdantoe niet steeds de juiste conclusies waren getrok ken. Zijn eigen beschouwingen kunnen echter op som m ige plaatsen nog aangevuld en verbeterd worden. D e paar bladzijden die H. Planitz 13 aan de hanzen wijdde brachten geen nieuwe inzichten. Belangrijk is daarentegen het artikel van E. Coornaert, L e s gh ild es m édiév ales (V e -X I V e siè cle s). Défin it ion . É v o lu t io n 14. Schrijver betoogt op overtuigende wijze dat de koop liedengilden slechts een schakel waren in de evolutie van de gilden ; hun econom ische functie was bijkomstig, een trek waardoor zij zich reeds duidelijk van de hanzen onderscheidden. D e bijdrage van Mevr. R. Doehaerd, A p ro p o s du m ot h an se 15, is het jongste geschrift over het onderwerp. H et is een interessante poging om de filiatie van de verschillende betekenissen van het woord h an sa te bepalen. Wij hebben echter bezwaren tegen de door
doi:10.21825/hvgg.v90i1-2.4135
fatcat:7c2p4tvgyve6vjqa33oealzube