Coronectomie. Alternatief voor volledige verwijdering van een derde molaar in de onderkaak

R.W. Wijs
2010 Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde  
Wat weten we? De (chirurgische) extractie van een derde molaar in de onderkaak kan worden gecompliceerd door een beschadiging van de nervus alveolaris inferior, resulterend in een sensibiliteitsstoornis in het innervatiegebied van deze nervus. Er worden in de literatuur diverse hulpmiddelen beschreven om preoperatief het risico op deze complicatie te beoordelen. Wat is nieuw? Coronectomie is een alternatief voor volledige verwijdering van een derde molaar in de onderkaak. Dit lijkt een goede
more » ... andeling om een sensibiliteitsstoornis van de nervus alveolaris inferior te voorkomen als een röntgenologisch aantoonbaar verhoogd risico op deze complicatie bestaat. Praktijktoepassing Coronectomie lijkt een zinvolle en veilige behandeling die zou moeten worden overwogen wanneer een röntgenologisch aantoonbaar verhoogd risico op beschadiging van de nervus alveolaris inferior bij volledige verwijdering van een derde molaar in de onderkaak bestaat. Een sensibiliteitsstoornis in het verzorgingsgebied van de nervus alveolaris inferior wegens de chirurgische verwijdering van een derde molaar is een vervelende complicatie. Coronectomie is een behandeling waarbij alleen het kroongedeelte en een deel van de radices van een gebitselement worden verwijderd. Het apicale deel van de radices wordt doelbewust in situ gelaten om nervusletsel te voorkomen. Bij een groep van 34 patiënten werden in totaal 38 coronectomieën van een derde molaar in de onderkaak uitgevoerd, omdat deze patiënten een röntgenologisch vastgesteld verhoogd risico hadden op beschadiging van de nervus alveolaris bij totale chirurgische verwijdering. De gemiddelde vervolgperiode was 16,7 maanden, met een spreiding van 3-62 maanden. Bij geen van de patiënten trad een sensibiliteitsstoornis in het verzorgingsgebied van de nervus alveolaris inferior op. Bij 3 patiënten bleken de in situ gelaten radices klachten te veroorzaken en werden deze alsnog verwijderd. Een coronectomie lijkt dus een zinvolle en veilige behandeling. Wijs RW, Karssemakers LHE, Becking AG. Coronectomie. Alternatief voor volledige verwijdering van een derde molaar in de onderkaak Ned r e d actie n t v t q-k e u r m e rk k e n n i s t oets Inleiding Het verwijderen van een derde molaar in de onderkaak is een veel voorkomende behandeling. Deze behandeling kan worden gecompliceerd door een beschadiging van de nervus alveolaris inferior, resulterend in an-, hypo-of paresthesie in het verzorgingsgebied van deze nervus, ook wel een sensibiliteitsstoornis genoemd. Bij chirurgische verwijdering van derde molaren in de onder kaak werd een kans op tijdelijke uitval van de nervus alveolaris inferior van 1,3-8% gevonden en een kans op blijvende uitval van 0,3-3,6% (Carmichael en McGowan, 1992; Black, 1997; Gülicher en Gerlach, 2001; Valmaseda-Castellón et al, 2001). Het is denkbaar dat in situaties met een verhoogd risico op nervusletsel hogere percentages voorkomen. Gezien de hinder die een patiënt van een dergelijke sensibiliteitsstoornis kan ondervinden, dient een zorgverlener preoperatief het risico te bepalen en dit te bespreken met de patiënt. Risicofactoren die van waarde kunnen zijn bij het bepalen van de kans op nervusletsel zijn onder andere een hoge leeftijd van de patiënt, een lange behandeltijd en een röntgenologisch waarneembare relatie tussen de derde molaar en de canalis mandibulae (Valmaseda-Castellón et al, 2001). Daarnaast zijn nog 7 andere röntgenlogisch waarneembare risicofactoren beschreven (tab. 1) (Rood en Shebab, 1990; Monaco et al, 2004). Coronectomie is de behandeling waarbij de kroon en een klein deel van de radices van een gebitselement worden ver-wijderd. Het apicale deel wordt doelbewust in situ gelaten. Met deze behandeling kan in de onderkaak het risico op letsel van de nervus alveolaris inferior worden geminimaliseerd. Slechts in 1 gerandomiseerd klinisch onderzoek zijn de effectiviteit en de morbiditeit van de coronectomie onderzocht (Renton et al, 2005). De uitkomsten van dit onderzoek lieten zien dat de patiënten bij wie een coronectomie was uitgevoerd, minder vaak nervusletsel hadden gekregen (0%) 1. Radiolucent aspect van de apex van het gebitselement bij overprojectie op de canalis mandibulae 2. Onderbreking van de corticale begrenzing van de canalis mandibulae ter plaatse van de radices van het gebitselement 3. Angulatie van de radices van het gebitselement ter plaatse van de canalis mandibulae 4. Versmalling van de canalis mandibulae ter plaatse van de apex van het gebitselement 5. Versmalling van de radices van het gebitselement ter plaatse van de canalis mandibulae 6. Afbuiging van de canalis mandibulae ter plaatse van de radices van het gebitselement 7. Periapicale radiolucentie aan het gebitselement ter plaatse van de canalis mandibulae, niet passend bij ontsteking Tabel 1. Röntgenologische risicofactoren voor beschadiging van de nervus alveolaris inferior bij extractie van een gebitselement.
doi:10.5177/ntvt.2010.06.09159 pmid:20614799 fatcat:jx7ptka5frffvedssegvvxhlg4