Onmenselijke schoonheid? Bemerkingen bij Lacans interpretatie van Sophocles' antigone
Guy Guldentops
1998
De Uil van Minerva
Sophocles' Antigone will not suffer from Lacan 1 • Hoewel Jacques Lacan reeds in 1960 tijdens zijn seminarie over L 'éthique de la psychanalyse uitvoerig over Sophocles' Antigone gesproken heeft en de tekst van zijn lessenreeks al meer dan tien jaar uitgegeven is, hebben classici hieraan nog maar nauwelijks aandacht besteed. De reden hiervoor is wellicht niet alleen de soms obscure schriftuur van Lacan, maar ook het feit dat zijn weinig systematische methode de traditionele hermeneutiek tegen
more »
... haren in strijkt2. Dit geldt zeker voor zijn lectuur van Antigone, die hijzelf omschrijft als een "herinterpretatie van Sophocles' boodschap": Lacan wil de globale onzin waarin de tragedie door de zorg van een bepaalde overlevering bewaard is, blootleggen en de afgestompte kanten van de tekst opnieuw wetten 3 . Vandaar dat vooral filosofen die door de nachtzijde van de werkelijkheid gefascineerd zijn, bij Lacans lezing van Antigone aansluiting zoeken en er metacommentaren bij schrijven 4 • Het ligt niet in onze bedoeling de lacaniaanse interpretatie(s) in haar geheel voor te stellen en te beoordelen; dit is trouwens slechts mogelijk wanneer het totale mensbeeld van de Franse denker kritisch geëvalueerd wordt. In dit opstel willen we alleen enkele zwakke plekken van Lacan aanduiden. Ongetwijfeld kan een psychoanalytische en antropologische benadering van Antigone nieuwe inzichten bijbrengen. Er is bijvoorbeeld op gewezen dat Antigone niet zozeer door Eros als wel door Thanatos gedreven wordt 5 . Haar doodsverlangen is innig verweven met de betekenis van het begrafenisritueel. Omdat de door de taal getrokken grens tussen mens en beest tot in het uiterste moet worden gerespecteerd, is Antigone gehecht aan het begraven van haar broer, zelfs als ze daarvoor haar eigen leven moet opofferen 6. Hoe juist deze beschouwingen ook zijn, ze hangen bij Lacan samen met een lectuur die in menige opzichten problematisch is. De pijnpunten van Lacans interpretatie kunnen we in vier stellingen resumeren. (1) In een treurspel wordt er geen werkelijke handeling voltrokken. (2) Antigone laat zich inderdaad voortstuwen door een noodlottige passie, door een verlangen naar iets dat in geen zinstructuur meer gevat kan worden. (3) Sophocles' tragedie is dus geenszins een toonbeeld van humanisme. ( 4) Achter de verblindende schoonheid van Antigone gaapt er integendeel een abominabel Niets.
doi:10.21825/uvm.v14i3.1553
fatcat:6drrg3egsjaybptmtw4ujqnhh4