De dukaat en de standprijs voor goud in Nederland
C. Knapper Kz
1875
De Economist
Wanneer de handelaar in edele metalen iu z~n operation den veer goud bestaanden s~andprijs vau f1442.60 gebruikt, daft vermoedt hij waarscb~n]ijk niet, dat di~ getal een erfstuk z~jner voorvaderen is, waarvan de oorsprong ~ot aau he~ midden van de 17e eeuw opklimt, dan zic~ hij stellig nie~ he~ minstse cerband tusschen dien prijs en den koers eener taunt, die wel op de voornaamste plaatsen der wereld als negotiepenning een vr~j belangrijke re[ hog speelt, maar als standpenning in Europa reeds
more »
... ng heef~ uitgediend. Gaat men de speeielijsten van vorige eeuwen na, dan is her inderdaad verwonderl~k op ~e merken, hoe weinig munten haar bestaan tot den tegenwoordigen t~j d hebben kunnen rekken. Waar vindt men, om bij ons land ~e blijven en niet te spreken van de tallooze zilveren taunton, die er vroeger in omloop waren, waar vindt men den l~ilips klinkerd, den grooten Reaal, den St. Andries-gulden, den Rosenobel, den Rijder en ta~ van andere gouden mun~en, die atlen in de versehi~lende' provinei~n aangemun~ en in cireulatie gebraeh~ werden? Haar spoor zou all6~n nog te vinden zijn in oude oorkonden, indien enkelen nie~ her geluk gehad hadden in he~ penningkabinet van een verzamelaar eed sehuilplaats te vinffen tegen her vandalisme van den nieuweren ~jd. Alleen de gouden Dukaat heef'~ zieh door de eeuwen heen staande gebouden in alle omwen~elingen op he~ gebied van he~ muntwezen. Zijn stempel moge, v0oral in den beginne, l~erhaaldelijk gew~jzigd z~n, z~jn gewieh~ is van de vroegste ~i~den af tot~ op den huidigen dug niet veranderd en ook he~ gehal~e is, behoudens kleine sehommolingen, steeds, standvasti~g gebleven. De Dakaa~ werd in her jaar 1140 onder Roger qI van Sici, t i~. her eerst gotaunt met h'e~ omschrift: Si.t tibi ~, Ch.riste, dafus, qu'em tu regis, iste Ducalus, d. i: U, Christus! zij dit l~ertogdom, dat; gij regeert, gewijd. Naar her laatste woord van flit randSchrift werd her siuk .Dukaat genoemd. Van Sicili~ nit verspreidde de taunt zich we!dra
doi:10.1007/bf02182631
fatcat:emrhfzbb5zh3bldgsckca63oqq