Over de relatie van waarheid tot singulariteit
Maurice Weyembergh
2000
De Uil van Minerva
Rudi Visker, Truth and Singularity. Taking Foucau/t into Phenomenology, Dordrecht, Kluwer Academie Publishers, Phaenomenologica 155, 1999, pp. 407, ISBN 0-7923-5985-2 (Paperback Uitgave, Dordrecht, Kluwer Academie Publishers, ISBN 0-7923-6397-3). aet boek dat uit een inleiding, drie delen van telkens vier hoofdstukken, een conclusie en een index bestaat, is een bundeling van artikelen die Rudi Visker, docent aan de Katholieke Universiteit Leuven, tussen 1991 en 1999 heeft geschreven. De
more »
... g en hoofdstukken 8, 9 en 10 zijn onuitgegeven en speciaal voor de bundel opgesteld. Alle reeds uitgegeven artikelen werden voor de publicatie van het boek herzien. De auteur streeft dus wel naar eenheid maar verwittigt de lezer dat ze niet helemaal bereikt werd. Het werk is inderdaad een weerspiegeling van de ontwikkeling van Viskers wijsgerige belangstelling: vier filosofen staan er centraal, Foucault, Heidegger, Merleau-Ponty en Levinas. Daarnaast spelen Habermas, Derrida, Lyotard, Sartre, Rorty en Lacan een minder belangrijke rol, hoewel Lacan, aldus de auteur, al te aanwezig is om vaak geciteerd te worden (p. 19), wat de niet met het werk van de psychoanalyticus V"ertrouwde lezer niet helpt. Visker past close-reading op de teksten van zijn auteurs toe: hij reconstrueert hun denken, is zeer gevoelig voor hun eventuele aarzelingen en is op zoek naar het ongezegde van hun gedachten, naar de blinde vlek, naar datgene wat hun teksten mogelijk maakt maar tegelijkertijd niet verwoord kan worden (bijvoorbeeld voor Levinas, p. 395). Tegelijkertijd legt hij hier en daar (pp. 39-42, 52, noot 12; 59) de nadruk op wat hij de tussenkomsten van de "interne auteur" noemt, namelijk het feit dat deze, tegen de richting in van de ontwikkeling van zijn problematiek, ingrijpt en een onverwachte beslissing neemt. Kortom, aan de hand van zijn analyses van genoemde filosofen, tracht Visker, ergens tussen Foucault en de fenomenologie, een eigen problematiek te ontwikkelen. Daarbij komt dat de auteur bijzonder aandachtig is voor hetgeen hij de ethische crisis van onze tijd noemt en voor de politieke moeilijkheden van onze multiculturele maatschappijen. Het anderszijn in zijn verschillende gestalten dringt zich met andere woorden op. Het algemene, in de titel geformuleerde probleem, waarrond alle besproken thema's wentelen, is de relatie van waarheid, die in principe universeel is, tot singulariteit, die persoonsgebonden is. Singulariteit verwijst inderdaad naar datgene wat het meest eigen is aan een subject en het van andere subjecten
doi:10.21825/uvm.v17i1.1618
fatcat:d63r5m6mejbffojigmdndk5mnm