Medische aspecten van bloedtransfusie
[chapter]
J.Th.M. de Wolf, W.W.H. Roeloffzen
2013
Hematologie
z Kliniek Klinisch zien we binnen enkele uren na de transfusie de volgende symptomen optreden: dyspneu orthopneu, cyanose, tachycardie, hypertensie en perifere oedemen. Aspecifieke klachten kunnen zijn hoofdpijn, thoracale pijn of een droge hoest. z Differentiaaldiagnose De belangrijkste overwegingen bij kortademigheid zijn anafylaxie en TRALI. z Behandeling De behandeling bestaat, naast het staken van de transfusie, uit het bestrijden van de symptomen met zuurstof, diuretica, rechtop zitten
more »
... de patiënt en eventueel een aderlating. z Preventie Preventief is het aan te raden de populatie met een verhoogd risico op deze complicatie voorzichtig te transfunderen met een snelheid van 1 ml/kg/uur en/of de transfusie te combineren met diuretica, bijvoorbeeld na de eerste en derde zak 20 mg furosemide intraveneus. Hoofdstuk 4 • Medische aspecten van bloedtransfusie 4.4 • Transfusiereacties z Differentiaaldiagnose Hemolytische reacties, bacteriëmie, TRALI, allergische reacties, ritmestoornis, hartinfarct, bloeding, vasovagale reactie, geneesmiddelreactie, andere oorzaak voor hypotensie. z Beleid Stop transfusie, ga over op NaCl 0,9% en hervat de transfusie niet meer. Leg de patiënt in trendelenburg-houding. Volumetoediening. z Preventie Bij gebruik van ACE-remmers deze eventueel vervangen. Posterior reversible encephalopathy syndrome (PRES) z Kliniek Posterior reversible encephalopathy syndrome (PRES) kan in aansluiting aan de transfusie ontstaan, soms enkele dagen later, met als verschijnselen: hoofdpijn, insulten, encefalopathie en visusstoornissen. Op de MRI zijn voor dit beeld kenmerkende veranderingen te zien. z Behandeling De behandeling richt zich vooral op het behandelen van de insulten, eventueel aanwezige hoge bloeddruk en verhoogde intracraniële druk. Late reacties Uitgestelde hemolytische transfusiereactie Een uitgestelde hemolytische transfusiereactie ontstaat door de-novo-vorming van antistoffen tegen erytrocytenantigenen of opvlamming van een antistof die vóór de transfusie niet Hoofdstuk 4 • Medische aspecten van bloedtransfusie
doi:10.1007/978-90-313-9906-2_4
fatcat:hitchl56mjc3fdxfwc63z4745a