Economiael~e onderwerpen bij de 8laten-Oeneraal in be~andeling, ~ittin# 1869--1870. D~. STAATSBEGROOTING VOOR 1870. Wij hebben reeds in den loopenden en den vorigen jaargang enkele onderwerpen behandeld dezer in vele opzigten belangrijke zitting 1869--70, nl. de Indische begrooting, (zie ~con. 1870 pag. 232 v.," 992 volg.) en de plannen der regering op belasting-gebled, zoo als die waren aangegeven in de rede des Mill. van ~inanci~n bij de indiening der begrooring: Afschat~g van her patentregt,

more »

... of liever verlating van dat middel als rijksinkomst, en overdragt aan de Gemeenten, terwijl daarentegen een van de vier vijfde van her personeel, die in 1865 aan de gemeenten zijn afgestaan, weder aan her rijk zoude komen; tot verdere aanvulling van her geldelijk gemis der patentbelasting, zoude een belasting op de tabak in aanmerking kunnen komen. Eene algemeene belasting op de inkomsten kwam den Minister vooralsnog niet raadzaam voor : de tegenzin en hetvooroordeel tegen die belasting waren volgens hem nog nlet genoegzaam geweken. Ook kon dergelijke invoering te eerder buiten aanmerking blijven, omdat eigenlijke verhooging van belastingen in her algemeen hog niet noodig was. Met de openbare werken kon worden voortgegaan. Yoor een goed deel daarvan, de direct produetieve, zou men her beginsel van leening te baat kunnen nemen. u konde men her uitgeven van sehatkist-biljetten als erediet-middel gebruiken, eer men tot een gevestigde leening overging. Niettemin was de Minister wel op oerbetering der belastingmiddelen bedacht, en zeker zou de belaslbare Olobrengsl de; gehouwd~ eiyendom~e~ worden herzien, een sedert lang gewensehte maatregel; --daartoe zou eehter eerst de algemeene wet op de grondbela~'tlng tot stand moeten komen, codifieatie van al de verspreide verordeningen op dat stuk, die dan ook in den loop der zitting heeft plaats gevonden. Maar, zeide de Minister, zoo men bij den stand der geldmiddelen, oplegging van nieuwe belastingen alsnog kan vermijden, aan prijsgeving van bestaande middelen mag niet gedacht worden, en zoo moest, zeide hij toen, de verlaging van bet 6riefporg ook weder ter zijde gesteld women. Zoo ongeveer waren de financieele beginselen der regering, waarop zij her debar over de begrooting aanvaardde, en die wij reeds in de hoofdzaak EcoN. t870. 58