De Manadorezen

N. Graafland
1868 Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde  
Tn de Derde Volgreeks, Eerste deel 2? stuk dezer Bijdragen, p. 331 komt voor een Naschrift van den heer Leupe op een stuk over de zeden en gewoonten van de bewoners der Minahassa, getrokken uit een Reisverhaal van Padt-brugge. Dit naschrift bevat eene aanmerking op hetgeen Schr. dezes zegt aangaande de ape« van O?^-^/a«a^ci, in zijn wMinahassa», p. 8. '. Die aanmerking is blijkbaar het gevolg van cene vergissing bij do lezing. Daar zij in het nadeel van mijn werk kan uitgelegd worden, zal de
more » ... dactie der Bijdragen mij verpligten het volgende te willen opnemen in een der eerst uit te geven stukken. De heer Leupe spreekt van eene "legende/, terwijl hier geen sprake is van eenige legende. Dat toch de eilanden nabij Manado het eerst bewoond waren, en wel door lieden die later het '/distrikt" Manado gevormd hebben, is geen «legende.'/ maar /rwtów, die niet veel twijfel overlaat. Na de opnoeming dier eilanden, zeg ik: '/Het distrikt Manado doet op de meeste dezer eilanden zijne aanspraken gelden. De oïwAfwmaj/ zegt, dat hier de eerste nederzettingen zijn geweest van lieden, r/ie /«/!e/-dit distrikt ^«wrwirf 4<?6Ó£», en dat zij eerst later naar den vasten wul de wijk genomen hebben. Dit is ook waar omtreut dat grootere eiland, dien kegelberg uit zee, waarmede deze eilanden-groep zich sluit; Manado-toewah, ond-Manado, volgens sommige, inlanders vroeger Bobantohé geheeteu.// Ik doe opmerken dat hier niet de minste tegenspraak is niet ' De üft»a^<M*(i!, haar verleden en haar tegenwonrdigen toestand. (Kene bijdrage tot de L;ind-en Volkenkunde) door N. Graafland-Rotterdam M. Wijt eu Zoon.
doi:10.1163/22134379-90000859 fatcat:sdgsxjkpmrcxjj7j5ofrque7fa