De geschiedenis in verband met de statistiek
Volgens H. T. Buckle, H. Pimentel
1868
De Economist
Gelukkig begint langzamerhand de overtuigiag veld te winnen dat de taak der geschiedschrijvers niet all een ds bestaat om bloot gebeurtenissen te verhalen, die zij nu en dan met eenige besehouwingen Over zede-of staatkunde kunnen a~nvullen. Reeds sinds her laatste gedeelte der aehttiende eeu~v zijn eenige groote denkers opgesta~n, die de achterlijkheid der gesehiedenis betreurden en datgeen waartoe zij bij magte waren, deden om in dit opzigt verbetering aan te brengen. Aanvankelijk waren er
more »
... hts zeer weinigen die eene stelselmatige poging deden om de geschiedenis der mensehheid te onderzoeken overeenkomstig die methoden, welke in betrekking tot andere takken van kennis nuttig bevonden zijn. Onder de gesehiedsehrijvers in her algemeen, v~nden wij, na de zestiende eeuw, en bijzonder gedurende de ]aatste honderd jaren onderscheidene aanwijzingen van ruimere opvatting, en eene bereidvaardigheid om in hunne werken onderwerpen op te nemea, die zij vroeger zouden hebben uitgesloten. Dat was eeae groote aanwinst, in zoo verre geschiedsehrijvers daardoor er aan gewend zijn geraakt om den kring huuner denkbeeldea wijder uit te breidea en terwijl de zueht tot bespiegeling werd aangewakkerd, die, ofschoon natuurlijk aan dwaling blootstaande, niettemia de wezenlijke voorwaarde is te aehten voor aIle degelijke kennis. En toeh is het niet te ontkennen dat-loffelijke uitzonderiugen daargelaten ~ de geschiedenis over her algemeen hog zeer ten aehteren is, waar het geldt een hoogere vlugt van denkbeelden. Yeelal biedt zij hog een verward en onzamenhangend geheel aan, omdat de wetten der geschiedenis onbekend zijn en dus haar grondslag gemist wordt,
doi:10.1007/bf02204092
fatcat:5vgf5qihkjblvp5zhiwomqrkgq