In zijne openingsrede van hot Nijver~eidecon2re8 te Arnhem op 8 Julij besprak de Voorzitter, do Heel" Staatsraad van Oordt, teregt de bevordering van kunstzin als een hoofdtaak der M~ v. Nijverheid. Door oprigting in I877 van her Museum van kunstuijverheld te Haarlem heeft zij daartoe een goeden weg ingeslagen. Na herinnering aan de medewerking ook bij die nuttige stiehring, van den betreurden Prins Hendrik ondervonden, zeide de Voorzitter : Her museum is sedert de opening, dank zij de zorg en

more »

... oeite daaraan door de eommissie besteed, belangrijk toegenomen; de indeeling en rangschikking wordt door deskundigeu zeer geroemd. Maar reel ontbreekt nog, reel is er noodig om voedsel te geven aan her stekje door ons geplant. War toeh beeft voorgezeten bij bet plan tot opriehting van bet museum van kunstnijverheid? Het was her denkbeeld om den kunstzin bij onze nijveren, die zoo goed als verloreu was, op te wekken. Aan voorbeelden hoe te moeten handelen, war te moeten aRnwenden om dat doel te bereiken, ontbreekt het ons niet. Wie her uitvoerig rapport wm den seeregaris der Nederlandsehe legatie (jhr. mr. de Constant Rebeoque) opgenomen in de ~qtar~ls-Courc~¢ van 3 Mei 1879, over de toepassing van kunst op nijverbeid in Oostenrijk gelezen heef~, zal bij de vermelding van den verbazenden invloed, dien de opriehting van her museum van kunstnijverheid te Weenen op den kunstzin in de Oosfeurijksebe staten heeft uitgeoefend, bemoedigende hoop op bereiking van ous doel geput bebben. De keizer, de aar~shertogen, de regeering, hooggeplaatste geleerden, allen hebben bijgedragen om de kunstnijverheid in de Oostenrijksehe staten op te wekken en op een¢ hoogte te brengen dat zij zieh met ~Frankrijk en Engeland meten kunne. Niet alleen dat door verbeterd vakonderwijs de kuns~in, her gevoel veer her sehoone bij de beoefenaars tier ambachten werd opgewekt, ook kunstenaars die don fabrik~nt~a ~¢keningen l~vercn en goeden smaak in d~ h~ndwerkoa